“Wanneer passen anderen zich aan?”
Dat was iets dat ik mij heel vaak afvroeg nadat ik was aangereden. Ik moest mij aanpassen en net doen alsof ik nog steeds hetzelfde kon als voor mijn aanrijding.
Omgekeerd was het schijnbaar niet mogelijk, in de meeste gevallen.
Weet je, soms wilde ik dat ik iets duidelijk zichtbaars had over gehouden. Aan de buitenkant zag je niets aan mij. Dan lijkt het voor de buitenwereld alsof er niets aan de hand is met je.
Mijn gedachte was dat als ik bijvoorbeeld zichtbare hulpmiddelen gebruikte, mensen eerder zouden denken dat ik niet zomaar alles zou kunnen doen.
Een beetje naïef gedacht, want in het ziekenhuis en in een rolstoel en voor nieuw gips een afspraak maken, werd ik genegeerd en werd degene die zou rijden alleen gehoord. Daar was ik ook niet blij mee. En ook dat is een voorbeeld dat ik mij moest aanpassen.
Wanneer passen anderen zich aan aan mij?
Soms heb jij zelf deze situatie veroorzaakt.
Wanneer jij altijd degene bent die rekening houdt met anderen, gaan mensen er van uit dat jij dat je leven lang zult blijven doen. Ongeacht de omstandigheden en situatie waarin je zit.
Als het net gebeurd is, je nog in het gips zit, dan ligt het nog vers in het geheugen en houden ze nog rekening met je.
Maar als je al een tijd uit het gips bent en, voor het oog van de buitenwereld, alles weer gewoon doet, dan is het snel vergeten. Dan wordt er geen rekening meer mee gehouden dat je een ongeluk hebt gehad en niet meer alles kunt.
Soms is het iets wat mensen zich ook niet voor kunnen stellen.
Zo moest ik weer goed leren lopen, doordat ik bijna anderhalf jaar later pas de juiste diagnose had waarom mijn been dik bleef, was ik verkeerd gaan lopen.
Bij de fysio moest ik weer leren hoe ik mijn voet moest afwikkelen. Als ik moet was, moest ik daar later nog bij nadenken, zoals bij een dagje uit. En dan ging mijn tempo ook omlaag.
Er was nog steeds angst om op een steentje of takje te stappen, dus ik keek ook altijd naar de grond.
Dan werd er ook nog eens van mij verwacht dat ik een gezellig kletspraatje kon houden. Dat lukte dus niet, omdat ik mijn aandacht bij andere dingen had.
Nu is het anders
In meerdere opzichten is het nu anders. Ik vraag mij nu niet meer af “Wanneer passen anderen zich aan?”
Ten eerste durf ik aan te geven wat ik nodig heb. Bijvoorbeeld een ander te vragen langzamer te lopen.
Ten tweede heb ik van die problemen nu geen last meer. En als ik toch een blessure heb, is die minder ingrijpend en kan ik mij beter redden.
Dat is niet vanzelf gegaan, dat ik niet meer zoveel hoef na te denken. Dat ik mij geen zorgen maak over een goede of slechte dag. Het is gekomen nadat ik de onderliggende oorzaak van alle klachten opgelost had.
De reden was dat ik van jongs af aan geleerd had dat ik niet mocht huilen, mij niet moest aanstellen, dat iets toch niet zo erg was. Kortom, ik mocht geen emoties tonen. Dus dan slik je alles maar in, letterlijk.
Alleen is dat inslikken niet zonder risico, vroeg of laat is de emmer vol. Je lichaam geeft klachten en daar moet je naar luisteren. Doe je dat niet, krijg je ergere en/of meerdere klachten. Dat gaat net zo lang door, totdat je er wat mee gaat doen.
Dat heb ik gedaan en hoe meer emoties ik oploste, des te minder klachten ik kreeg.
Hierdoor groeide ook mijn zelfvertrouwen en durf ik beter te zeggen waar ik behoefte aan heb.
Zorg jij er voor dat niemand zich hoeft aan te passen?
Laat hieronder een reactie achter wat jij gaat doen.
Je kunt gelijk een afspraak maken in mijn agenda.
Neem contact op als je eerst kennis wilt maken.
Heb jij het gevoel dat je niet gehoord wordt? Ik herken dat en heb er meer blogs over geschreven.